Het is warm buiten en de zon schijnt meedogenloos. Het enige zuchtje wind komt uit de stoffige ventilatoren boven mijn hoofd en een zweetsnor bedekt mijn bovenlip. Er zijn geen patiënten en ik wacht geduldig af. Uren verstrijken, maar na een tijdje hoor ik een auto het terrein oprijden. Meestal een teken dat er iets gaat gebeuren. Een harde mannenstem maakt ons duidelijk dat we naar buiten moeten en met een paar handschoenen in mijn zak, ren ik het terrein op. Ik zie een vrouw op de achterbank van een taxi, haar benen rusten tegen de stoel voor zich. Zweetdruppels parelen over haar voorhoofd en haar handen pakken mij gespannen vast. Als ze haar rok omhoog trek, zie ik dat het hoofd van het kind al bijna is geboren.
Paniek en adrenaline schieten door mijn lijf, maar daar hebben we niks aan. Snel besluit ik haar rok te gebruiken om tegendruk te geven, om de kans op inscheuren iets kleiner te maken. Ik vraag haar te zuchten, maar die vraag is tevergeefs. Ze perst. Een flinke golf vruchtwater loopt over de achterbank terwijl het hoofd wordt geboren en ook de schouders volgen snel. Ik pakt het kind wat onhandig onder de oksels en legt het op de borst van zijn moeder. De achterbank van de taxi is doorweekt en in mijn ooghoek zie ik de chauffeur bedenkelijk toekijken.
Enthousiast roep ik dat het een meisje is, na het geslacht te hebben geïnspecteerd. Ik vraag de vrouw of het lukt om naar binnen te lopen. Ondersteund door enkele omstanders, strompelt ze de kliniek in. Binnen wordt ook de placenta geboren en kan ik kijken wat de schade is. Ik baal al snel. De snelheid van de bevalling heeft ervoor gezorgd dat haar vagina is gescheurd. Zo erg, dat ik dit als verloskundige niet kan hechten en een arts het op de operatiekamer zal moeten doen. Helaas zijn zowel de arts als de operatiekamer hier niet aanwezig. Ook is er nog maar vier milliliter verdoving vandaag. Dit is überhaupt veel te weinig om pijnloos mee te kunnen hechten. De vrouw zal moeten worden overgeplaatst, maar ook de ambulance blijkt niet beschikbaar.
Opnieuw stapt de vrouw in de taxi waarin zij zojuist is bevallen. Haar baby op schoot, een lege blik in haar ogen. Ik zou haar zo graag willen helpen, maar kan niet meer dan hopen dat ze in het ziekenhuis goede zorg zal krijgen. Snel geef ik haar nog een stapeltje babykleertjes en een paar schone onderbroeken. Ook legt de verpleegkundige een absorberend matje op de achterbank, zodat ze niet in haar eigen vruchtwater hoeft te zitten. Ze lacht en bedankt vriendelijk, al had ze zoveel meer verdiend..