Harde feiten

De nacht is rustig, veel te rustig. Uren verstrijken langzaam en het lijkt stilte voor de storm. De klok slaat net twee uur, als ik in de verte een auto hoor aankomen. De motor stopt en niet lang daarna verschijnt er een man in de deuropening. Paniek in zijn ogen, zweet op zijn voorhoofd. Geluidloos gebaart hij dat we moeten komen. Niet wetende wat zich buiten afspeelt, pak ik schone handschoenen en ren achter de man aan. Na vorige week nog een bevalling in een auto te hebben gedaan, verwacht ik een barende vrouw aan te treffen. Maar niets is minder waar. Wat ik zie is een tengere vrouw, gestrekt op de achterbank, schuimend speeksel langs haar mondhoeken. Ze schokt hevig.

Een van de verloskundigen haalt een rolstoel en de slappe vrouw wordt in de stoel gezet en naar binnen gereden. Ik slik, vermoedelijk heeft de vrouw eclampsie. Eclampsie is een vergevorderd stadium van zwangerschapsvergiftiging en is een hele ernstige complicatie voor zowel moeder als baby. Snelheid van behandelen is een noodzaak, maar al snel blijkt dat de juiste medicatie mist. Ook de bloeddrukmeter blijkt niet op de afdeling te liggen en moet worden gehaald. In deze kliniek gaan we deze vrouw en haar baby niet kunnen redden. Keizersneden zijn niet mogelijk, er is immers geen operatiekamer. De middelen die we kunnen inzetten zijn beperkt tot een infuus, vocht en een beperkte hoeveelheid medicatie om de insulten, een soort epileptische aanvallen, te laten stoppen. Ook wordt er snel iets gegeven tegen de hoge bloeddruk, maar ik vraag me af of dit middel daar geschikt voor is.

Haar bloeddruk blijkt torenhoog, wat het vermoeden van eclampsie nog aannemelijker maakt. De man vertelt dat het zijn zus is en dat ze al enkele weken last heeft van een hoge bloeddruk. Verder heeft ze volgens hem, tot nu toe, een gezonde zwangerschap gehad. Deze vrouw moet zo snel mogelijk naar een groot ziekenhuis, kilometers verderop, maar de ambulance is niet op de post. Geërgerd loop ik samen met de andere verloskundigen tegen de harde feiten aan. Gelukkig is de ambulance snel terug. Ook blijkt na controle dat het kindje nog een hartslag heeft. Als ze snel de juiste behandeling krijgt, is er nog hoop. Onhandig en gehaast wordt de vrouw in de ambulance gehesen, vergezeld door haar broer, een verpleegkundige en een verloskundige. Met grote ogen staar ik in de verte, terwijl de ambulance met gillende sirenes de weg op scheurt.

Ik heb nooit geweten hoe dit verhaal is afgelopen. Wat ik wel weet is dat haar kansen zoveel groter waren geweest, als we de juiste middelen hadden gehad. Als er een protocol was geweest, waardoor iedereen wist wat er moest gebeuren. Als de juiste medicatie klaar had gestaan. Ik kan niets dan hopen dat dit verhaal een goed einde kent, maar zelfs dan is dit helaas geen uitzonderlijk verhaal. Door tekort aan middelen en voorzieningen gebeuren dit soort verhalen te vaak. Veel te vaak.